De JOB-monitor: huiswerk voor de minister

04 juni 2020
Te weinig tot geen keuze in de keuzedelen. Betalen voor boeken die je nooit gebruikt. Discriminatie bij stagebedrijven. Drie belangrijke knelpunten uit de JOB-monitor, het tweejaarlijkse onderzoek van jongerenorganisatie JOB, dat op donderdag 4 juni in Nieuwspoort werd gepresenteerd.

Elke twee jaar brengt de mbo-studentenorganisatie de JOB-monitor uit, het uitgebreide tevredenheidsonderzoek onder mbo-studenten. Dit is de elfde editie. In Nieuwsport ontving gespreksleider Özcan Akyol, met zes à zeven opgestarte mbo-studies tevens ervaringsdeskundige, onder andere mbo-studenten, JOB-bestuurders, minister Ingrid van Engelshoven en Frank van Hout van de MBO Raad. In totaal hebben ruim 260 duizend studenten, 53 procent van alle mbo-studenten, aan de monitor meegewerkt.

Met dit hoog percentage heeft JOB een mandaat om in overleggen met bijvoorbeeld schoolbestuurders, de MBO Raad en het ministerie namens de mbo-student te spreken. Iets wat de organisatie prima oppakt, prijst minister van Engelshoven: ‘Dat bleek nog toen we door de sluiting van de mbo-scholen heel snel moesten schakelen, zoekend naar manieren om het onderwijs zo goed mogelijk te laten doorgaan. JOB denkt dan altijd constructief mee.’ De minister is net zo blij met de JOB-monitor: ‘Voor ons is het een toetssteen van ons beleid. Zien studenten de onderwijskwaliteit verbeteren, bereiden we ze goed voor op de arbeidsmarkt? Ik lees dit onderzoek als mijn huiswerkopgaven. Waar moeten we nou wat aan gaan doen?’

Voor deze presentatie zijn drie lastige onderwerpen uit de JOB-monitor gekozen. Akyol begint met iets wat hij herkent, terwijl hij al vijftien jaar geleden het mbo verliet: de aanschaf van lesmateriaal. Meer dan 40 procent van de studenten zegt niet of nauwelijks gebruikte boeken of licenties te hebben gekocht. JOB-voorzitter Jurgen van der Hel: ‘Docententeams leveren vaak standaardlijsten in en denken te weinig na of ze deze leermiddelen ook echt gaan gebruiken. Daarmee jagen ze studenten op kosten.’ Om dit hardnekkige probleem eindelijk goed te kunnen tackelen, is er recent een ‘haakje’ aan de wet toegevoegd. Dit verplicht instellingen om niet gebruikt materiaal van de studenten terug te kopen. Waarnemend voorzitter van de MBO Raad Van Hout denkt ook dat het anders moet: ‘We leven in een tijd van vanavond bestellen, morgen in huis. Dus laat als docent pas een boek aanschaffen als je op het punt staat het te gaan gebruiken.’

De meeste studenten, 71 procent bij BOL en 78 procent bij BBL, zijn tevreden over hun stage. Toch is er nog steeds een groep die minder makkelijk aan een stageplek kan komen, met name vanwege discriminatie. In deze op dit gebied heftige tijden lijkt de bereidheid om dit probleem te erkennen en aan te pakken, gegroeid. Werkgevers die het bewijsbaar bewust doen, gaan toch echt hun erkenning als leerbedrijf verliezen, stelt Van Engelshoven. ‘Ondanks het risico dat we er te weinig hebben, is er een groep leerbedrijven die ik liever niet wil’, voegt Van Hout eraan toe.

Het laatste gespreksonderwerp zijn de keuzedelen, die in het mbo sinds vier jaar bestaan. Ze zijn bedoeld voor studenten om een persoonlijke invulling aan hun opleiding toe te voegen. Ze zijn gericht op specialisatie, op doorstroming naar hoger onderwijs, maar ook op persoonlijke interesse. De uitvoering lijdt in de praktijk nog vaak schipbreuk: 27 procent is er echt ontevreden over. Vooral omdat keuzes toch vaak al zijn ingevuld, of studenten door de instelling dwingend in een richting worden geduwd. Hier is zeker nog ruimte voor verbetering, stelt ook Van Engelshoven: ‘Een van de problemen was dat er een soort verplichte koppeling bestond tussen je kwalificatie en je keuzedeel. Die gaan we in ieder geval loslaten, waardoor er meteen veel meer keuze komt. Voor scholen betekent dit wel, met name roostertechnisch, een enorme opgave.’

Over de opmerking van Akyol dat JOB wederom puik werk heeft afgeleverd, hoefde tot slot niet te worden gediscussieerd.

Lees hier de JOB-monitor en bekijk hier de presentatie in Nieuwspoort.