Hulp op deze site

Kom je er niet uit? Neem dan contact op met ons servicepunt via het webdecaanformulier, lees eens door onze help-items of bekijk onze veelgebruikte termen & definities om er uit te komen. Je kunt ook gebruik maken van onze uitgebreide Kennisbank.

Algemene Hulp:

Meest gestelde vragen:

Veelgebruikte termen & definities:

AKA: AKA ook wel Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent genoemd is een eenjarige niveau-1-opleiding die is bedoeld om je de ruimte te geven je te kunnen oriënteren op een bepaalde sector binnen het beroepsonderwijs. Daarnaast leer je sociale en arbeidsvaardigheden zoals werkritme en klantencontact.
AOC Raad: De AOC Raad is de brancheorganisatie van de agrarische opleidingscentra (de AOC' s).
Kijk voor meer informatie op www.aocraad.nl
Assistentenopleiding: Opleidingen in het MBO kennen vier niveaus. De assistentenopleiding is de eerst van de vier kwalificatieniveaus. De opleiding leidt je op tot assisterend beroepsoefenaar, die onder leiding van iemand anders eenvoudige werkzaamheden verricht. De opleiding duurt een half jaar tot een jaar en de instroom is drempelloos.
Kwalificaties: Het middelbaar beroepsonderwijs ook wel MBO genoemd, bereidt je voor op de beroepspraktijk of een vervolgopleiding. Om de aansluiting op de arbeidsmarkt te garanderen hebben scholen voor middelbaar beroepsonderwijs contacten met bedrijven, gemeenten en organisaties. Bij alle opleidingen in het mbo staat de aansluiting met de praktijk voorop. Heb je een diploma en wil je verder leren dan kun je doorstromen naar een vervolgopleiding binnen de eigen school of op het HBO.
MBO (middelbaar beroepsonderwijs): MBO onderwijs is het beroepsonderwijs dat aansluit op het vmbo en voorbereidt op een beroepskwalificatie.
HBO (hoger beroepsonderwijs): Het hoger beroepsonderwijs dat aansluit op het MBO (middelbaar beroepsonderwijs)
Basisberoepsonderwijs: Opleidingen in het mbo kennen vier niveaus. De basisberoepsopleiding is de tweede van de vier kwalificatieniveaus. De opleiding leidt op tot basisberoepsbeoefenaar die zelfstandig praktisch werk moet kunnen verrichten binnen de grenzen van het aangeleerde of door ervaring verkregen technieken. Om aan de opleiding te mogen deelnemen moet men in het bezit zijn van een vmbo-diploma basisberoepsgerichte leerweg. De overheid streeft ernaar dat mensen minimaal een opleiding op niveau 2 succesvol afronden (startkwalificatie).
Vakopleiding: Opleidingen in het mbo kennen vier niveaus. De vakopleiding is de derde van de vier kwalificatieniveaus. De opleiding leidt op tot zelfstandig beroepsbeoefenaar en duurt 2-4 jaar. Voor de opleiding moet een diploma voor de theoretische leerweg, de gemengde leerweg of de kaderberoepsgerichte leerweg of soms de basisberoepsgerichte leerweg zijn behaald. Ook is het mogelijk de opleiding te doen als een mbo-diploma op niveau 2 (basisberoepsbeoefenaar) succesvol is afgerond of als men een overgangsbewijs heeft van 3 naar 4 havo of vwo.
Middenkaderopleiding: Opleidingen in het mbo kennen vier niveaus. De middenkaderopleiding is de vierde van de vier kwalificatieniveaus (samen met de specialistenopleiding). De opleiding leidt op tot middenkaderfunctionaris en duurt 3-4 jaar. Voor de opleiding tot middenkaderfunctionaris moet een diploma voor de theoretische leerweg, de gemengde leerweg of de kaderberoepsgerichte leerweg zijn behaald. Ook met een mbo-diploma voor een basisberoepsopleiding of een overgangsbewijs van 3 naar 4 havo of vwo kan een deelnemer een middenkaderopleiding gaan volgen.
MBO Raad: De MBO raad is de overkoepelende organisatie van de ROC's AOC's en vakinstellingen.
HBO Raad: De HBO Raad, is de belangen- en werkgeversvereniging van de door de overheid bekostigde Nederlandse Hogescholen.
Leerwerkplek: De leerwerkplek is een nuttige voorbereiding op de beroepspraktijk. Met een leerwerkplek werk je zoals iedereen maar dan met de benodigde begeleiding.
Leerbedrijf: Een leerbedrijf is een bedrijf waarin een deelnemer de beroepspraktijkvorming volgt. De kenniscentra Onderwijs Bedrijfsleven dragen zorg voor de regelmatige beoordeling van de leerbedrijven.

Wanneer je een BBL opleiding volgt/gaat volgen zul je op zoek moeten naar een leerbedrijf.
Hiervoor is het verstandig dat je je inschrijft als sollicitant bv op onze vacaturesite. Dit kun je doen door hier te klikken om je aan te melden. Veel bedrijven melden zich op onze vacaturesite aan als ze op zoek zijn naar een stagiaire of BBL-student. Neem dus geregeld een kijkje of er iets voor jou tussen staat!

Ook kun je informeren bij de brancheorganisaties, deze hebben namelijk bijna allemaal een eigen leerbedrijven register. Het is wel belangrijk dat je bij de juiste brancheorganisatie informeert. Je komt er heel gemakkelijk achter welke dat is. Vul in het snelzoekmenu de naam van je opleiding in. In de beschrijving van de opleiding staat bovenaan binnen welke brancheorganisatie deze opleiding valt. Als je de naam eenmaal gevonden hebt kun je naar hun eigen webpagina via ons "branche" menu. Daar vind je het register.
Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL): De Beroepsbegeleidende Leerweg wordt ook wel werkend leren genoemd. Bij de Beroepsbegeleidende Leerweg kies je voor een opleiding die bestaat uit een combinatie van werken en leren.

Tijdens deze opleiding werk je minimaal zestig procent van je studie. Bij de meeste BBL opleidingen houdt dit in dat je meestal één dag in de week naar school gaat. De rest van de week werk je bij je leerbedrijf. Bij sommige opleidingen kan het zijn dat je een paar weken les krijgt en dat je vervolgens een paar maanden gaat werken bij je leerbedrijf. Door de Beroepsbegeleidende Leerweg doe je veel praktijkervaring op en verdien je vaak een salaris. De BBL opleiding is de ideale opleiding voor mensen die het niet zien zitten om vijf dagen in de week naar school te gaan en die het leuk lijkt om veel praktijkervaring op te doen.
Beroepsopleidende Leerweg (BOL): De beroepsopleidende Leerweg is een dagopleiding, waarbij je de hele week naar school gaat. Tijdens de opleiding doe je praktijkervaring op wanneer je op stage gaat bij een erkend leerbedrijf. Deze stage wordt ook wel beroepspraktijkvorming (BPV) genoemd. Per opleiding is het verschillend hoe vaak je op stage gaat. Wel bestaat er een regeling dat tenminste twintig procent van de BOL opleiding uit stage moet bestaan. Deze regeling maakt de BOL opleiding zeer praktijkgericht.
Beroepspraktijkvorming (BPV): Tijdens een opleiding doe je praktijkervaring op wanneer je op stage gaat bij een erkend leerbedrijf. Deze stage wordt ook wel beroepspraktijkvorming (BPV) genoemd. Per opleiding is het verschillend hoe vaak je op stage gaat.
Beroepsprofiel: Een beroepsprofiel is een beschrijving van de eisen en kwalificaties waaraan je minimaal moet voldoen om als beroepsbeoefenaar te worden gekwalificeerd.
Competenties: Beroepscompetenties: het geheel van kennis, vaardigheden en attituden om in een bepaalde beroepssituatie adequaat te functioneren. Loopbaancompetenties: het geheel van kennis, vaardigheden en attituden die werkenden nodig hebben om hun loopbaan te ontwikkelen. Burgerschapscompetenties: competenties die mensen nodig hebben voor het maatschappelijk functioneren.
Competentiegericht opleiden: Onderwijs en het bedrijfsleven werken samen aan de ontwikkeling en invoering van een nieuwe kwalificatiestructuur en een nieuwe manier van kennisoverdracht. Competenties vormen het uitgangspunt voor dit nieuwe leren. Een andere manier van opleiden (modern vakmanschap) is nodig om deelnemers voor te bereiden om te werken in een andere en snel veranderende maatschappij.
Deelkwalificatie: Een deelkwalificatie is een combinatie van eindtermen voor een bepaalde beroepsopleiding.
Duaal leren: Bij een duale opleiding combineer je werken en leren. De verdeling tussen werken en leren verschilt per opleiding, maar samen vormen ze een studiebelasting die overeenkomt met een voltijd opleiding. Je leert 100% van de tijd, maar je zit slechts een deel van de tijd op school. Duale opleidingen zijn volwaardige hbo-opleidingen, met hetzelfde inhoudelijke studieprogramma als de voltijd opleiding.
Deeltijd leren: Wanneer je in deeltijd studeert, dan heb je in elk geval al een baan en soms ook een aantal jaar werk)ervaring in de werksoort waar de studie toe opleidt. De leeftijd van deeltijdstudenten varieert van eind twintig tot midden veertig. Dit is typisch een leeftijdsgroep die dubbel of driedubbel belast is. Het volgen van lessen op een of twee middagen/avonden in de week moet vaak ingepast worden naast je baan, je gezin of zelfstudie.
Erkende leerbedrijven: De kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (kbb) hebben als taak de leerbedrijven te controleren op de kwaliteit van de opleidingsfaciliteiten. Deze activiteit wordt accreditatie genoemd. Leerbedrijven mogen zich dan een erkend leerbedrijf noemen.
Educatie en inburgering: Voor volwassenen vanaf 18 jaar die door omstandigheden niet de mogelijkheid hebben om zichzelf te ontplooien, biedt de volwasseneneducatie verschillende programma’s zoals cursussen sociale redzaamheid en alfabetiseringscursussen. Volwassenen die op latere leeftijd een vmbo-, havo- of vwo-diploma willen behalen, kunnen ook terecht bij educatie. Daarnaast verzorgt de volwasseneneducatie inburgeringcursussen.
Kwalificatiestructuur: Wat een leerling moet kennen en kunnen voor een diploma is vastgelegd in de kwalificatiestructuur. Scholen en bedrijfsleven werken momenteel samen aan een omvangrijke vernieuwing van deze kwalificatiestructuur en het onderwijs.
Leerwegen: Het middelbaar beroepsonderwijs heeft twee verschillende leerwegen/leerroutes. Bij alle opleidingen vormt de praktijk, de beroepspraktijkvorming (BPV), een belangrijk deel van de opleiding.

- de Beroepsopleidende Leerweg (BOL).
Deelnemers van een BOL-opleiding hebben tijdens hun opleiding één of meerdere stageperiodes. De beroepspraktijkvorming vormt bij een BOL-opleiding minimaal 20 en maximaal 60%.

- de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL).
Een BBL-opleiding bestaat voor minimaal 60 procent uit praktijk. Mensen die een BBL-opleiding volgen, werken met een arbeidsovereenkomst in een leerbedrijf en gaan meestal één dag in de week naar school voor de theoretische onderbouwing. Studenten in de BBL-opleidingen zijn vaak wat ouder, de gemiddelde leeftijd is 25 jaar.
MBO/HBO route: De MBO/HBO route geeft MBO'ers die een Beroepsopleidende Leerweg (BOL) op niveau 4 volgen, de mogelijkheid om door te stromen naar het Hoger Beroepsonderwijs (HBO). Hier kunnen zij vaak een verkorte opleiding volgen. Op de arbeidsmarkt neemt de vraag naar HBO-ers steeds meer toe. Dus als je na je opleiding MBO nog geen zin hebt op te gaan werken kun je natuurlijk altijd verder gaan studeren op het HBO. De MBO-HBO route is geschikt voor:
-leerlingen die een MBO diploma niveau 4 hebben gehaald en door willen stromen naar het HBO;
- derde en vierde jaars HAVO-leerlingen die over willen stappen naar het MBO om daarna vervolgens door te stromen naar een HBO opleiding;
- leerlingen van het vmbo die via een opleiding op het MBO willen doorstromen naar het HBO.
Kenniscentra: Een kenniscentra richten zich vooral op het middelbaar beroepsonderwijs. Zij ontwikkelen en onderhouden onder meer de competentiegerichte kwalificatiestructuur, die de basis vormt voor de opleidingstructuur in het mbo. Het mbo wordt verzorgd door:
- Regionale opleidingencentra (ROC's);
- Agrarische opleidingencentra (AOC's);
- Vakinstellingen.
NT2: Nederlands als tweede taal
OCW (ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap): Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) werkt aan een slim, vaardig en creatief Nederland. OCW wil dat iedereen goed onderwijs volgt en zich voorbereidt op zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Verder wil het ministerie dat iedereen cultuur kan beleven en dat leraren, kunstenaars en wetenschappers hun werk kunnen doen.
Opleidingsdomeinen: De zestien opleidingsdomeinen bestaan uit clusters van verwante kwalificatiedossiers. Deze clustering is gebaseerd op het werkelijke switchgedrag van MBO-studenten. MBO-studenten kunnen instromen in een opleidingsdomein in plaats van direct voor één kwalificatiedossier te kiezen.
Regionaal Opleidingscentrum: De afkorting dat in de onderwijswereld gebruikt wordt voor Regionaal Opleidingscentrum is ROC.
Sectoren: De opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs zijn verdeeld over vier sectoren:
Zorg en welzijn, Techniek, Economie en Landbouw. Roc’s hebben opleidingen in de sectoren Zorg en welzijn, Techniek en Economie en verzorgen daarnaast opleidingen in de volwasseneneducatie. Vakscholen richten zich op de opleidingen voor één branche, zoals de grafische sector of de scheepvaart. De aoc’s verzorgen de opleidingen voor de sector landbouw. Daarbij horen ook opleidingen op het gebied van plant- en dierverzorging, groene vormgeving en bijvoorbeeld milieubeheer.
Specialistenopleiding: Opleidingen in het mbo kennen vier niveaus. De specialistenopleiding is de vierde van de vier kwalificatieniveaus (samen met de middenkaderopleiding). Om een specialistenopleiding te kunnen volgen, moet met goed gevolg een vakopleiding (niveau 3, 2-4 jaar) zijn gevolgd. De specialistenopleiding duurt dan nog 1-2 jaar.
Startkwalificatie: Een startkwalificatie is het minimale niveau dat nodig is de arbeidsmarkt te betreden en om gedurende de beroepsloopbaan verder te kunnen ontwikkelen. Dit niveau komt overeen met het niveau van degenen die een basisberoepsopleiding (niveau 2)hebben gevolgd bij een bve-instelling.
Vooropleiding: Voor toegang tot een niveau 3 opleidingen (vakopleiding) en/of niveau 4-opleidingen (middenkader) is een diploma nodig (kadergerichte of theoretische leerweg)of een overgangsbewijs naar havo/vwo 4. De opleidingen van de verschillende niveaus sluiten goed op elkaar aan. In een bepaald niveau behaalde certificaten geven vrijstellingen voor de vervolgopleiding. Een niveau-4 diploma (middenkader) geeft toegang tot het HBO.
Vakscholen en vakinstellingen: Vakscholen en vakinstellingen richten zich op het opleidingenaanbod voor één specifiek beroepenveld binnen één sector uit het middelbaar beroepsonderwijs zoals de grafische sector, de transport sector of de techniek.
Verkorte HBO route: Als je een HBO opleiding wilt gaan volgt die het vervolg kan zijn van een MBO opleiding, dan kan het zijn dat het verwant wordt verklaart. Dit betekent dat de opleidingen goed op elkaar aansluiten. Hierdoor kan het zijn dat je in aanmerking kunt komen voor studietijdverkorting. Een HBO opleiding wordt niet zomaar verwant verklaart. De onderwijsinstelling moet dit zelf in gang zetten. Als het vastgesteld is dat je MBO opleiding die je gevolgd hebt verwant is aan de HBO opleiding dan kun je vrijstelling krijgen voor een jaar. Dit zijn dus 42 studiepunten. Dus als je denkt dat je MBO opleiding goed aansluit bij de HBO opleiding die je wilt gaan volgen, kun je altijd bij de decaan van de school vragen over de mogelijkheden van vrijstelling.
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Vmbo): De term Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs geeft aan dat scholen voor vmbo en/of mavo voorbereiden op een opleiding in het mbo. Alle aoc's en een aantal roc's en vakscholen hebben naast hun opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs een afdeling voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Het vmbo sluit aan op de basisschool en biedt leerlingen algemeen onderwijs met een praktijkcomponent.
VMBO, MAVO, HAVO of VWO Diploma: Bij vrijwel alle ROC's in Nederland kun je een VMBO, MAVO, HAVO of VWO opleiding volgen. Een dergelijk traject wordt VAVO-onderwijs genoemd en is vaak in deeltijd. VAVO is met name bedoeld voor jongeren die hun diploma (net) niet behaald hebben of voor volwassenen die een bepaald vak benodigd zijn voor een (vervolg) opleiding.
VAVO: Bij vrijwel alle ROC's in Nederland kun je een VMBO, MAVO, HAVO of VWO opleiding volgen. Een dergelijk traject wordt VAVO-onderwijs genoemd en is vaak in deeltijd. VAVO is met name bedoeld voor jongeren die hun diploma (net) niet behaald hebben of voor volwassenen die een bepaald vak benodigd zijn voor een (vervolg) opleiding.
Bachelor Master Methode (ook wel BaMa): Het BaMA systeem
BaMa staat voor het Bachelor / Mastersysteem en in het kort houdt het in dat studenten die studeren aan het HBO en universiteit over een paar jaar geen "gewone Hbo'ers of doctorandi zijn, maar Bachelors en Masters. HBO'ers en studenten die studeren aan de universiteit krijgen dus een nieuwe titel.

Om deze nieuwe titels in te voeren in het hoger onderwijs stelsel zal er veel veranderd moeten worden. Door deze verandering zal er op den duur meer flexibiliteit en internationale uitwisselingen tussen internationale onderwijsinstellingen ontstaan. Ook zullen de opleidingen beter op elkaar aansluiten.

De inhoud van de opleidingen van de hogescholen zullen veranderen. De studenten krijgen naar de afronding van hun opleiding HBO de titel "Bachelor" en kunnen hierna doorstromen naar een "Master" opleiding van de universiteit. De opleidingen van de universiteiten worden in het BaMa systeem opgedeeld in twee gedeeltes. Gedeelte 1 bestaat uit een driejarige bachelor opleiding. Gedeelte 2 bestaat (meestal) uit een twee jarige opleiding. Het is tot nu toe nog niet helemaal bekend welke opleidingen universiteiten zullen gaan aanbieden.

De reden waarom het nieuwe systeem wordt ingevoerd:
De reden waarom het BaMa systeem is ingevoerd is dat in 1999 in Bologna door 29 Europese Ministers is afgesproken het hoger onderwijs vergelijkbaar met elkaar te maken. Dit bevordert dat het hoger onderwijs beter op elkaar aansluit en als je tijdens je studie wilt studeren wordt het door de BaMa systeem vergemakkelijkt.
Inloggen: Misschien zijn de inloggegevens onjuist. Via de link 'wachtwoord kwijt?' op de homepage kun je jouw wachtwoord opvragen. Mocht jouw wachtwoord correct zijn maar weet je jouw inlognaam niet meer, dan kun je ook inloggen met de combinatie emailadres en wachtwoord.
Dyslexie en leren: Het is heel belangrijk dat je bij het eerste gesprek op school ook zegt dat je dyslectisch bent. Neem een kopie van het rapport dat je daarvan hebt ook mee. Vraag de mentor van je huidige school op te schrijven welke hulp je nu krijgt en neem dat briefje mee. (Sommige scholen geven elke leerling een informatieformulier mee, waarop ook informatie over extra hulp die nodig is, gezet kan worden.

Afspraken over hulp moeten ook in de onderwijsovereenkomst gezet worden. Let daar goed op, want die overeenkomst moet je zelf tekenen als je 18 jaar bent, je ouders als je nog niet zo oud bent. Teken dus nooit 'zo maar even'. De ene school zal je meer hulp kunnen bieden dan de andere. Informeer daarom goed of er hulplessen zijn of docenten die voor deze hulp zijn aangewezen. Extra tijd voor tentamens en examens moet je kunnen krijgen, maar informeer bij de studieleider of alle docenten dat ook weten en maak daar heldere afspraken over, liefst op papier! In bepaalde gevallen kan een schriftelijke toets vervangen worden door een mondelinge. Vraag in welke gevallen dat kan.

Er zijn speciale sites voor mensen met leerproblemen. Kijk ook eens bij www.dyslexie.nl. Daar vind je tips en links naar andere sites waar je steun kunt vinden.

Inloggen

Hulp op deze site

Algemene Hulp:

Meest gestelde vragen:

Veelgebruikte termen & definities:

Opleidingen

Stage & Werk

Extra's

Service

Onze deelnemers