Scholen twijfelen aan nut bindend studieadvies

07 april 2020
De implementatie van het bindend studieadvies, verplicht sinds vorig schooljaar, kent nog veel vraagtekens. Teams klagen over bureaucratische rompslomp.

Dat blijkt uit het tweede deel van de monitor van de wet ‘Vroegtijdige aanmelding voor en toelatingsrecht tot het mbo’. De evaluatie brengt in beeld hoe scholen omgaan met de in 2017 aangenomen wet. Belangrijk onderdeel van de wet is de invoering van het bindend studieadvies. Scholen zijn sinds het schooljaar 2018/2019 verplicht om studenten aan het eind van hun eerste jaar zo’n advies te geven.

Volgens de monitor twijfelen veel onderwijsteams aan het nut van het studieadvies. De meeste scholen kennen al een cyclus van voortgangsgesprekken en een overgangsregeling aan het eind van het eerste jaar. Het verplichte studieadvies zien zij als een opgelegde maatregel die leidt tot een verstoring van de bestaande praktijk. Van een toegevoegde waarde is volgens hen geen sprake.

Op veel scholen is ook weerstand tegen de administratieve last die het bindend studieadvies met zich mee brengt. Het gaat dan niet alleen om het invullen van formulieren, maar ook om een principieel punt: niet iedereen is ervan overtuigd dat de formalisering van het studieadvies een goede keuze is. Critici wijzen erop dat het proces van begeleiding op deze manier formeel en bureaucratisch wordt. Zij vrezen voor een ‘juridisering’ van het begeleidings- en beoordelingsproces.

Minister Ingrid van Engelshoven noemt het verontrustend dat sommige mbo-scholen het verplichte studieadvies niet geven. Dit kan er volgens de minister op duiden dat scholen te weinig met studenten spreken over de studievoortgang. Zij heeft met de MBO Raad afgesproken om samen nader in beeld te brengen hoe scholen omgaan met het verstrekken van het studieadvies. In de brief aan de Tweede Kamer maakt zij overigens de opmerking dat zij er alle begrip voor heeft dat in de huidige coronacrisis het verplicht studieadvies vertraging kan oplopen.

Lees hier de brief van minister Van Engelshoven over de monitor van de wet ‘Vroegtijdige aanmelding’