Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je?
Als Researchinstrumentmaker ben je werkzaak in de sector Techniek. Je werkt bij bedrijven in de metaalindustrie. Je maakt apparaten waar onderzoek mee verricht wordt. Dit kunnen bijvoorbeeld microscopen zijn waar men bacteriën mee kan bekijken. Of apparaten die gebruikt worden voor DNA-onderzoek.Wanneer je een opdracht hebt gekregen van je leidinggevende, maak je voor jezelf een eigen werkplan. Hierin maak je detailschetsen en werktekeningen, eventueel maak je berekeningen. Wanneer de technische tekeningen en schetsen klaar zijn, begin je met het afstellen van de machines en snijdapparatuur zodat je aan de slag kunt. De producten zijn vaak prototypen. Het eindproduct bestaat uit losse onderdelen die jij samenstelt tot één geheel. De onderdelen moet jij frezen, slijpen, monteren en lijmen. Wanneer het product klaar is, controleer je het product. Je kijkt of alles voldoet aan de eisen en of alles goed samengebouwd is.
In dit beroep is het belangrijk dat je zorgvuldig te werk gaat. Dit omdat je instrumenten maakt die technisch moeilijk in elkaar zitten. Een microscoop bijvoorbeeld moet scherpe beelden laten zien. Jij als instrumentmaker zorgt voor een goed eindproduct. Ook moet je goed kunnen presenteren. Je legt in duidelijke woorden uit hoe er omgegaan moet worden met het product, zodat het goed optimaal blijft functioneren.
Opleidingsinhoud
Tijdens de opleiding leer je verschillende aspecten van het beroep kennen. Hierbij komt de technische kant van het vak naar voren en leer je bijvoorbeeld hoe technische informatie kan worden opgezet tot de ontwikkeling van échte instrumenten. Het praktische werk zoals het monteren, solderen en zagen van onderdelen van instrumenten is daarnaast een groot onderdeel van de opleiding. Je gaat leren hoe werktekeningen worden gemaakt en hoe deze ook binnen een computerprogramma kunnen worden ontwikkeld. Alles om de beste resultaten later binnen je vak te kunnen halen.Toelatingseisen: wat heb je nodig?
Een mbo-opleiding op niveau-4 heet een middenkaderopleiding. Je studie duurt 3 of 4 jaar, dit verschilt per opleiding.De toelatingseisen zijn voor een middenkaderopleiding iets anders dan voor mbo-opleidingen op de andere niveaus:
- je hebt een diploma vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg;
- je hebt een diploma van een vakopleiding, dus mbo niveau 3, is meestal voldoende voor een mbo-studie op niveau 4;
- je hebt een basisberoepsopleiding (mbo niveau 2) gedaan. (je kan dan bij sommige scholen beginnen aan een middenkaderopleiding);
- een overgangsbewijs van de derde naar de vierde klas havo of vwo. (sommige scholen willen dat je een havodiploma hebt voor een mbo-opleiding op niveau 4, maar dat verschilt per school. Informeer hiernaar bij de school).
Kosten
Binnen het beroepsonderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen les- en cursusgeld. Vanaf je 18e ben je verplicht dit te betalen. Naast deze kosten krijg je te maken met schoolkosten, zoals boekenkosten, reiskosten etc. Deze bijdrage verschilt per school.- Voltijd MBO (BOL):
Neem voor mogelijkheden m.b.t. studiefinanciering contact op met DUO.
- Deeltijd MBO (BBL):
Volg je een vak-, middenkader- of specialistenopleiding niveau 3 en 4 (vak-, middenkader- en specialistenopleiding) dan is het lesgeld voor 2024/2025 € 715,-.
Het wettelijk les- en cursusgeld wordt jaarlijks geïndexeerd.