Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je?
Als Medewerker productietechniek kan je onder andere aan de slag in de machine-industrie, elektrotechniek en in de bouw. Je werkt binnen het eigen bedrijf en op locatie.Je krijgt eenvoudige opdrachten van je leidinggevende. Vaak gaat het om hele reeksen van hetzelfde product. Je voltooit de opdrachten in je eentje of als onderdeel van een team. Nadat je de werkopdracht hebt gekregen ga je kijken wat je allemaal nodig hebt om de taak te voltooien. Welke machines, welke gereedschappen en andere spullen. Vervolgens stel je die goed in en af, zodat je kunt beginnen.
Je bewerkt en vervormt metaal handmatig en machinaal. Daarbij gebruik je technieken als verspaning, zagen, boren en snijbranden. Dan las je de verschillende stukken aan elkaar. Is dat klaar dan ga je aflassen, waarbij je bijvoorbeeld schuurt, vijlt en de lasnaden afbraamt. Je controleert je eigen werk terwijl je het uitvoert en als het klaar is. Als je daarbij stuit op problemen of fouten meld je dat aan de leidinggevende.
Zit je werk erop, dan vul je formulieren en het logboek in. Je bepaalt hoe lang je eraan hebt gewerkt en laat je de werkplek schoon achter.
Je bent verantwoordelijk voor je eigen werk, maar legt wel verantwoording af aan, en overlegt met, je leidinggevende. Daarnaast let je bij alles wat je doet op de veiligheid. Je gebruikt bijvoorbeeld een lasbril of –masker, veiligheidshandschoenen of draagt beschermende kleding.
Opleidingsinhoud
Tijdens je opleiding krijg je lessen in het bewerken van metaal, tekeningen lezen, slijpen en booglassen. Daarna wordt de opgedane theoretische kennis toegepast in de praktijk wanneer je aan de slag gaat. Je leert welke materialen belangrijk zijn om te kennen tijdens je werkzaamheden en welke apparaten jij moet gebruiken om de beste, stevige verbindingen te lassen. Veilig werken en veiligheid zijn belangrijke aspecten tijdens de opleiding die jij later nodig zult hebben wanneer je echt aan het werk gaat!Toelatingseisen: wat heb je nodig?
Een mbo-opleiding op niveau 2 heet een basisberoepsopleiding. Wil je bijvoorbeeld verkoper of medewerker financiële administratie worden? Dan kan je terecht bij een basisberoepsopleiding op niveau 2. De toelatingseisen voor dit niveau mbo-studies zijn strenger dan voor entreeopleidingen. Wil je een mbo-opleiding op niveau 2 doen? Dan heb je minimaal nodig:- een vmbo-diploma basisberoepsgerichte leerweg of;
- een diploma van een kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg of;
- een diploma van een entreeopleiding of een andere basisberoepsopleiding
- zat je ooit op de havo of het vwo? Heb je dit niet afgemaakt? En wil je nu graag een mbo-opleiding doen? Dan mag je (als je van de derde naar de vierde klas overging) meestal een basisberoepsopleiding doen. Maar dat verschilt per school.
Kosten
Binnen het beroepsonderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen les- en cursusgeld. Vanaf je 18e ben je verplicht dit te betalen. Naast deze kosten krijg je te maken met schoolkosten, zoals boekenkosten, reiskosten etc. Deze bijdrage verschilt per school.- Voltijd MBO (BOL):
Neem voor mogelijkheden m.b.t. studiefinanciering contact op met DUO.
- Deeltijd MBO (BBL):
Volg je een vak-, middenkader- of specialistenopleiding niveau 3 en 4 (vak-, middenkader- en specialistenopleiding) dan is het lesgeld voor 2024/2025 € 715,-.
Het wettelijk les- en cursusgeld wordt jaarlijks geïndexeerd.