Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je?
Je bent opgeleid om in het basisonderwijs voor de klas te staan- les te geven, kinderen te helpen hun weg te vinden in de maatschappij. Een lesprogramma samenstellen, uitvoeren en evalueren/ toetsen is voor jou geen probleem. Begeleiding van leerlingen, overleg met collega's, gebruik van allerlei media in de lessen, gesprekken met ouders, allemaal taken die bij onderwijs horen. Je kunt ervoor kiezen om les te geven aan de jongste kinderen (de onderbouw) of aan de wat oudere (de bovenbouw). Er word veel van je verwacht in onze drukke, multiculturele samenleving, maar kinderen geven daar ook veel voor terug.Je kunt je ook specialiseren in bepaalde terreinen, zoals kinderen met leerachterstanden, kinderen voor wie Nederlands niet de moedertaal is, of kinderen die om fysieke of psychologische redenen extra aandacht en hulp nodig hebben (denk aan de samen-naar-school gedachte). Creativiteit, sport, spel, cultuur, muziek zijn in het basisonderwijs eveneens erg belangrijk. Natuurlijk staat de computer ook centraal.
Het basisonderwijs kent ook verschillende 'soorten' - scholen waar een bepaalde onderwijsfilosofie de basis vormt voor de inrichting van de school, de organisatie en inhoud van het onderwijs. Bijvoorbeeld: Dalton-, Jenaplan of Montessorionderwijs of de Vrije school (antroposofisch).
Opleidingsinhoud
De propedeuse duurt 1 jaar. In dat jaar krijg je de basiskennis van het vakgebied en je krijgt een indruk van het werken als leraar. Je programma bestaat onder meer uit het oefenen van vaardigheden uit de basisvakken van het basisonderwijs: rekenen en taal, aardrijkskunde en geschiedenis, sport, handvaardigheid, muziek en schrijven en lezen. Ook oefen je vaardigheden als kringgesprekken, oudergesprekken en krijg je vakken als pedagogiek, agogiek, psychologie, sociologie, informatica en orthopedagogiek. Je werkt praktijkgericht en je besteed veel tijd aan het werken in groepen.Naast vakgerichte leerstof begin je ook met leerstof die je als leraar en begeleider van leerlingen nodig hebt. Hoe breng je kennis over, welke methoden kun je gebruiken en welke (ICT)middelen kun je gebruiken? Praktijkervaring doe je op door middel van stages.
De hoofdfase duurt 3 jaar. Je gaat dieper in op de inhoud van de specifieke vakken. In ieder geval wordt veel aandacht besteed aan de praktijk van het lesgeven, de verschillende onderwijstypen en les- en groepsorganisatie. Ook de organisatie van de school en alles wat daarbij komt kijken, wordt in de opleiding behandeld: financiën, kwaliteitszorg, leidinggeven, voorlichting en PR. Je kunt ook kiezen voor een specialisatie: het jonge kind of het oudere kind. Je studeert echter af als allround leraar of lerares. Stages nemen een belangrijke plaats in. Eerst als oriëntatie, maar langzaam maar zeker ben je bezig als volwaardig docent.
Vooropleiding
Voor de actuele eisen aan de vooropleiding verwijzen we je naar de website van de aanbieder.Kosten
In het hoger onderwijs moet je collegegeld betalen aan de hogeschool of universiteit. Bij een hoger onderwijsinstelling die door de overheid gefinancierd wordt, is het collegegeld voor bepaalde groepen vastgesteld. Naast deze kosten krijg je te maken met schoolkosten, zoals boekenkosten, reiskosten etc. Deze bijdrage verschilt per school.- Voltijdse opleiding:
- Deeltijd of duale opleiding:
Het wettelijk collegegeld wordt jaarlijks geïndexeerd.