Algemene informatie over de cursus
Je hebt een werkgever gevonden in de zorgsector en je kunt aan de slag zodra je het mbo-certificaat Individuele basiszorg behaald hebt. Voor dit scholingstraject heb je een stageplek nodig van minimaal 2 dagen per week.De groepsgrootte beslaat 12 tot 18 deelnemers. Na het succesrol afronden van dit scholingstraject ontvang je een erkend mbo-certificaat.
Inhoud van de cursus
ProgrammaDe scholing duurt 11 weken met 1 dag per week les. Je doet de stage en de examentraining in de praktijk: 2 dagen per week. Daarnaast moet je rekening houden met 1 dag per week zelfstudie.
Wat leer je tijdens dit scholingstraject?
Het programma bevat onderwerpen op het gebied van veiligheid en persoonlijke zorg.
Bij veiligheid gaat het om:
- Basiskennis van gebruik, eigenschappen en onderhoud van benodigde (hulp)middelen, materialen en apparatuur;
- Basiskennis van hygiëne;
- Communiceren met klanten en betrokkenen op basis van in de context en beroepspraktijk geldende gebruiken;
- Een werkplan gebruiken;
- Feedbackvaardigheden toepassen in relatie tot de werkzaamheden;
- Handelen volgens geldende richtlijnen met betrekking tot ongewenst gedrag, hygiëne, veiligheid, arbo, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken;
- Luisteren, vragen stellen en doorvragen om informatie te achterhalen;
- Sociale vaardigheden toepassen in relatie tot de werkzaamheden;
- Voor je zelf opkomen in werkrelaties.
- Basiskennis van anatomie;
- Basiskennis van de doelgroepen zorg en welzijn;
- Basiskennis van relevante wet- en regelgeving in de sector zorg en welzijn, waaronder zorgprotocollen, meldcode huiselijk geweld;
- Basiskennis van relevante ziektebeelden van cliënten;
- Communiceren met klanten en betrokkenen op basis van in de context en beroepspraktijk geldende gebruiken;
- De zelf- en samenredzaamheid van cliënten bevorderen;
- Eenvoudige gesprekstechnieken toepassen;
- Eet- en drinkgedrag van cliënten observeren en registreren;
- Handelen volgens geldende richtlijnen met betrekking tot ongewenst gedrag, hygiëne, veiligheid, arbo, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken;
- Technologische hulpmiddelen op het gebied van wonen, zorg en welzijn hanteren;
- Je rondt het programma af met een examen.