Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je?
Tijdens de opleiding Podium- en evenemententechnicus leer je alles over de techniek die nodig is voor een evenement, theater- of festivalproductie. Je krijgt onder andere les over licht, geluid, beeld, podiumtechniek en rigging (takels en statieven). Daarnaast leer je hoe je een idee concreet kunt uitvoeren en hoe je creativiteit kunt toepassen in je werk.Opleidingsinhoud
Tijdens het eerste studiejaar leer je zowel op niveau 2 als niveau 4 over de basis van het vak van een podium- en evenemententechnicus. Niveau 2 richt zich voornamelijk op bouwen en instellen. In leerjaar 2 lopen zowel niveau 2 als niveau 4 stage, maar niet tegelijk. De stage van niveau 2 begint eerder dan die van niveau 4. Niveau 2 heeft twee studiejaren, daarna is deze groep klaar. Niveau 4 duurt drie jaar. Studenten van niveau 2 krijgen na het afronden van dat niveau de mogelijkheid om door te stromen naar niveau 4. Doorstromen kan alleen als je niveau 2 goed hebt afgerond.In het eerste jaar van de opleiding krijg je een goede en brede technische basis om een productie op te zetten en ga je onderzoeken waar je later kunt gaan werken d.m.v. excursies naar o.a. poppodia, verhuurbedrijven & theaters. Je ontdekt welke techniek er bij een evenement, theater- of festivalproductie komt kijken en hoe die techniek werkt.
In het tweede jaar kies je zelf keuzedelen om je kennis te verbreden of juist te verdiepen. Dit kan op het gebied van licht, geluid, beeld, of podium & rigging. Je leert door te doen en voert alles zelf uit; zoals het bouwen van een streamingstudio. Alle producties beginnen met een idee. Daarom leer je hoe je dat idee uitvoert en hoe je daar je creativiteit bij kunt gebruiken.
Kosten
De schoolkosten van een opleiding bestaan uit lesgeld, de aanschaf van studieboeken, readers, materialen en excursies. Tijdens de open dagen krijg je een indicatie van de kosten per opleiding. Voor de meeste opleidingen is het noodzakelijk dat je over een laptop beschikt.De hoogte van het lesgeld wordt jaarlijks wettelijk vastgesteld. Dit betaal je vanaf je 18e aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vanaf deze leeftijd kom je ook in aanmerking voor studiefinanciering. Je krijgt dan een basisbeurs (met OV-kaart) en afhankelijk van het inkomen van je ouders of verzorgers heb je recht op een aanvullende beurs of rentedragende lening. Vergeet niet om tijdig een beurs aan te vragen: bij voorkeur drie maanden voordat je 18 jaar wordt.