Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je?
Tijdens de opleiding Allround mediamaker (dtp-er) leer je alle aspecten van mediavormgeving. Je leert grafische producten te ontwerpen en hoe je producten voorbereidt voor drukwerk en online publicatie. Je krijgt praktijklessen in druk- en signtechnieken en leert werken met verschillende softwareprogramma’s zoals Photoshop, Illustrator, InDesign, After Effects en Wordpress. Naarmate de opleiding vordert, leer je alle details van deze programma’s en hoe je tekst en beeldmateriaal bewerkt en combineert in een mooie en technisch verantwoorde lay-out.Aan het einde van de opleiding heb je gewerkt met alle mogelijke media-uitingen, waaronder posters, brochures, magazines, verpakkingen, print- en online advertenties, websites, infographics en motion graphics.
Opleidingsinhoud
De opleiding duurt drie leerjaren, waarbij elk jaar is verdeeld in vier periodes van tien weken. Elke periode staat in het teken van een specifiek thema en project; de beroepsopdracht. Tijdens de beroepsopdrachten werk je afwisselend individueel, in groepjes of samen met studenten van andere opleidingen.In leerjaar 2 ga je tijdens een beroepsopdracht ook aan de slag met het realiseren van opdrachten voor echte klanten. Elke periode bestaat uit vijf units waarin je de technieken en vaardigheden leert die je nodig hebt om de beroepsopdracht succesvol af te ronden.
In leerjaar 3 ga je ook op stage om praktijkervaring op te doen. Je sluit de opleiding af met je stageverslag en een Proeve van Bekwaamheid. Voor de proeve maak je onder begeleiding van een beoordelaar uit het bedrijfsleven een paar media-uitingen waarmee jij laat zien dat je een volwaardig beginnende beroepsbeoefenaar bent.
Kosten
De schoolkosten van een opleiding bestaan uit lesgeld, de aanschaf van studieboeken, readers, materialen en excursies. Tijdens de open dagen krijg je een indicatie van de kosten per opleiding. Voor de meeste opleidingen is het noodzakelijk dat je over een laptop beschikt.De hoogte van het lesgeld wordt jaarlijks wettelijk vastgesteld. Dit betaal je vanaf je 18e aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vanaf deze leeftijd kom je ook in aanmerking voor studiefinanciering. Je krijgt dan een basisbeurs (met OV-kaart) en afhankelijk van het inkomen van je ouders of verzorgers heb je recht op een aanvullende beurs of rentedragende lening. Vergeet niet om tijdig een beurs aan te vragen: bij voorkeur drie maanden voordat je 18 jaar wordt.