Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je?
Als verzorgende IG werk je in de individuele gezondheidszorg. Je kunt terechtkomen in verschillende branches van de verpleging en verzorging: verpleeg- en verzorgingstehuizen, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, kraamzorg en thuiszorg. Afhankelijk van je school en voorkeur, zijn er verschillende mogelijkheden.Je helpt en ondersteunt de zorgbehoevende met het organiseren van het huishouden en met het plannen van dagdagelijkse bezigheden. Je houdt rekening met de gezondheidstoestand en de mogelijkheden die de zorgbehoevende heeft. Op basis daarvan stel je een geschikt zorgplan op. Je helpt de zorgbehoevende met zijn of haar persoonlijke verzorging, dagdagelijkse activiteiten, eten enzovoorts. Hierbij probeer je de zorgbehoevende nog zoveel mogelijk zelf te laten doen. Als verzorgende IG voer je ook een aantal verpleegtechnische handelingen uit, zoals injecties toedienen, wonden verzorgen en blaasspoelingen uitvoeren.
Je probeert de zelfredzaamheid van de zorgbehoevende zo groot mogelijk te maken. In het geval dat er zich onvoorziene omstandigheden of crisissituaties voordoen, moet de verzorgende IG gepast ingrijpen en eventueel de hulp inroepen van collega’s en deskundigen uit andere vakgebieden. Om tot een goede werkverdeling te komen, overleg je voortdurend met collega’s en met medewerkers uit andere disciplines (bijvoorbeeld fysiotherapeuten). Je moet steeds in de gaten houden of de geboden zorg nog steeds aansluit bij de behoeften van de te verzorgen persoon.
Opleidingsinhoud
Op de opleiding verzorgende-IG leer je zorgen voor de mens. De vakken die je kunt verwachten zijn fysiologie, anatomie, omgangskunde en verpleegtechnisch handelen. Zo leer je hoe je spuiten moet zetten en hoe je algemene verzorging biedt. Daarbij komt ook voeding en diëtiek. Verder leer je hoe je je werkzaamheden zo efficiënt mogelijk kan inplannen.Naast de bovengenoemde lesstof zijn er ook een aantal standaard vakken die je volgt. Dit zijn onder andere Nederlands, rekenen en burgerschap.
Toelatingseisen: wat heb je nodig?
Een mbo-opleiding op niveau 3 heet een vakopleiding. De opleiding duurt 3 jaar.De toelatingseisen voor een vakopleiding zijn:
- minimaal vmbo kader. Heb je bijvoorbeeld een vmbo-diploma basisleerweg? Dan voldoe je niet aan de toelatingseisen voor een mbo-opleiding op dit niveau;
- een diploma van vmbo theoretische of gemende leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg;
- heb je al een mbo-opleiding op niveau 2 (basisberoepsopleiding) gedaan? Of een andere vakopleiding? Dan kan je beginnen met de studie die je wil doen.
- heb je de havo of het vwo niet afgemaakt? Dan is een overgangsbewijs van de derde naar de vierde klas vaak ook genoeg.
Kosten
Binnen het beroepsonderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen les- en cursusgeld. Vanaf je 18e ben je verplicht dit te betalen. Naast deze kosten krijg je te maken met schoolkosten, zoals boekenkosten, reiskosten etc. Deze bijdrage verschilt per school.- Voltijd MBO (BOL):
Neem voor mogelijkheden m.b.t. studiefinanciering contact op met DUO.
- Deeltijd MBO (BBL):
Volg je een vak-, middenkader- of specialistenopleiding niveau 3 en 4 (vak-, middenkader- en specialistenopleiding) dan is het lesgeld voor 2024/2025 € 715,-.
Het wettelijk les- en cursusgeld wordt jaarlijks geïndexeerd.