Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je?
Na het afronden van de opleiding eerste monteur service en onderhoud werktuigbouw kun je aan de slag bij industriële en toeleverende bedrijven van (half)producten en (half)fabricaten, zoals de metaalproductenindustrie, machine- en apparatenbouw, transportmiddelenindustrie, voedings- en genotsmiddelenindustrie, (petro)chemie en hout- en papierindustrie. Het kan om zowel kleine als grotere bedrijven gaan. Binnen deze bedrijven werkt hij in een technische dienst of op de afdeling storing en onderhoud. Hij kan ook in een dienstverlenend bedrijf werken dat voor service en onderhoud wordt ingehuurd. In dat geval werkt hij op locatie en heeft hij te maken met een diversiteit aan opdrachtgevers/klanten en een wisselende werkomgeving. De werkzaamheden betreffen een of meer van de volgende gebieden: elektrotechniek, installatietechniek, machine- of apparatenbouw, werktuigbouw. De technicus service en onderhoud elektrotechniek en instrumentatie richt zich op onderhoud, storingsanalyse en modificatie van (het mechatronische, elektrische en/of meet- en regeltechnische deel van) industriële apparatuur, installaties en systemen. Voorbeelden zijn productiemachines, procesinstallaties, liftinstallaties en railvoertuigen. Je bent de spil tussen werkvoorbereiding en de opdrachtgever/klant of leidinggevende.Je bent verantwoordelijk voor de inspectie en het lokaliseren van storingen aan apparatuur, installaties en systemen. Je beoordeelt globaal de staat van onderhoud door zintuiglijke waarneming. Verder voer je testen en metingen uit, stel je een diagnose en rapporteer je de resultaten. Je maakt het werktuigbouwkundige deel van de machine, installatie of systeem gebruiksklaar door het opnieuw inregelen, afstellen en zo nodig programmeren van de besturing of aansturing. Je test en controleert de werking van de machine of installatie. De eerste monteur service en onderhoud werktuigbouw legt minder ervaren collega's uit wat ze moeten doen, geeft instructies, aanwijzingen en tips over het uit te voeren werk. Je demonstreert handelingen, je adviseert, beantwoordt vragen en gaat na of de uitleg is begrepen en of de opdracht duidelijk is.
Opleidingsinhoud
Tijdens de opleiding leer je alle beginselen die horen bij de werktuigbouw. Tijdens de lessen leer jij alle machines en apparaten kennen die later in je werk gebruikt zullen worden. Daarnaast leer je hoe reparaties moeten worden uitgevoerd en hoe je alles moet monteren en demonteren. Veiligheid is van belang als het gaat om je werk en zal dan ook uitgebreid behandeld moeten worden om jou goed aan het werk te kunnen laten gaan.Toelatingseisen: wat heb je nodig?
Een mbo-opleiding op niveau 3 heet een vakopleiding. De opleiding duurt 3 jaar.De toelatingseisen voor een vakopleiding zijn:
- minimaal vmbo kader. Heb je bijvoorbeeld een vmbo-diploma basisleerweg? Dan voldoe je niet aan de toelatingseisen voor een mbo-opleiding op dit niveau;
- een diploma van vmbo theoretische of gemende leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg;
- heb je al een mbo-opleiding op niveau 2 (basisberoepsopleiding) gedaan? Of een andere vakopleiding? Dan kan je beginnen met de studie die je wil doen.
- heb je de havo of het vwo niet afgemaakt? Dan is een overgangsbewijs van de derde naar de vierde klas vaak ook genoeg.
Kosten
Binnen het beroepsonderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen les- en cursusgeld. Vanaf je 18e ben je verplicht dit te betalen. Naast deze kosten krijg je te maken met schoolkosten, zoals boekenkosten, reiskosten etc. Deze bijdrage verschilt per school.- Voltijd MBO (BOL):
Neem voor mogelijkheden m.b.t. studiefinanciering contact op met DUO.
- Deeltijd MBO (BBL):
Volg je een vak-, middenkader- of specialistenopleiding niveau 3 en 4 (vak-, middenkader- en specialistenopleiding) dan is het lesgeld voor 2024/2025 € 715,-.
Het wettelijk les- en cursusgeld wordt jaarlijks geïndexeerd.